Consultancy, content and media expert in Pro-Cycling
raymond@cyclingopinions.com
Twee wereldtitels in drie dagen tijd. Het is nooit eerder voorgekomen dat iemand dit huzarenstukje tijdens de WK-wielrennen op de weg heeft gerealiseerd. Wereldkampioen tijdrijden, twee nachtjes slapen en vervolgens de regenboogtrui op de weg binnen halen. Anna van der Breggen kroont zichzelf in Emilia-Romagna op alle disciplines op de weg tot ’s werelds beste. Een prestatie die haar aanzien in de kleurrijke historie van het vrouwenwielrennen nog verder verrijkt.
Op het autocircuit Enzo e Dino Ferrari in Imola is er echter één feit dat door mijn hoofd blijft spoken. Van der Breggen is nog altijd pas 30 jaar jong. Een leeftijd waarmee je in het vrouwenpeloton eigenlijk nog piepjong bent. Annemiek van Vleuten telt reeds 37 lentes, terwijl Marianne Vos in mei 33 kaarsjes op haar laatste verjaardag uitblies. Deze vrouwen denken vooralsnog niet aan stoppen. Van Vleuten heeft voor drie jaar getekend bij het Spaanse Movistar, terwijl Marianne Vos de komende twee seizoenen het geel-zwart van Jumbo-Visma gaat verdedigen.
Dit in tegenstelling tot ‘VDB’ die de dagen tot ze haar fiets aan de wilgen kan hangen al een beetje kan aftellen. Eigenlijk houden alleen de Olympische Spelen in Tokio in 2021 haar nog in het zadel. Na het avontuur in het land van de rijzende zon stapt ze in de ploegleiderswagen van haar huidige team dat vanaf 2021 onder de naam SD Worx verder koers. Ik vraag me af of dit geen beslissing wordt waar Anna later spijt van krijgt? Je stopt immers als topsporter maar één keer en vaak besef je pas wanneer je actieve loopbaan voorbij is hoe mooi het leven in de topsport was.
Toch pareerde Van der Breggen op de persconferentie in Imola een vraag over haar naderende afscheid uiterst zelfverzekerd. Als sporter voel je zelf het beste aan wanneer het goede moment er is om je carrière te beëindigen. En voor een vrouw is dat sowieso anders dan voor een man. Zij hebben meer dingen om over na te denken; het stichten van een familie bijvoorbeeld. Woorden die haar relativeringsvermogen tekenen.
Voor Van der Breggen is er duidelijk meer dan de fiets alleen. Zo noemde ze de weg naar haar wereldtitel in Innsbrück in 2018 verschrikkelijk. Dat jaar was de druk van het moeten presteren op het loodzware Oostenrijkse parcours zo groot, dat ze ergens ook een hekel aan haar sport begon te krijgen. Daarom wilde ze in het voorjaar van 2019 enige afstand van de stress van het wegprogramma nemen en startte ze in de loodzware mountainbikemeerdaagse Cape Epic in Zuid-Afrika. Dat dit avontuur haar wellicht enkele mooie finishfoto’s in de regenboogtrui kostte, nam ze voor lief.
Eigenlijk zou 2020 al haar laatste jaar worden. De Olympische Spelen in Tokio en de WK op een klimmersparcours in het Zwitserse Martigny hielden haar richting dit seizoen in het zadel. Totdat Covid-19 alle plannen om zeep hielp. Het olympische avontuur in Japan is voor een jaar uitgesteld en het doorgaan van het grootste sportevenement is momenteel zelfs al voor 2021 hoogst onzeker.
In de lockdown in maart, april en mei wist niemand of er dit jaar nog daadwerkelijk gefietst kon worden. Haar nuchterheid zorgde ervoor dat ze deze netelige situatie kon ombuigen in een voordeel. Ze gebruikte deze loze periode om vooral veel kilometers op haar tijdritfiets te maken, zodat ze haar aerodynamische houding kon verbeteren. Stiekem vindt ze de tijdrit in Tokio belangrijker dan de wegwedstrijd. Het olympische goud op de weg heeft ze immers al op zak. En Van der Breggen ziet zelf het liefst zoveel mogelijk variëteit in haar palmares.
Die trainingen tijdens de lockdown werden donderdag in Imola al voor een deel uitbetaald. Ze veroverde de wereldtitel tegen de klok op een snel en vlak parcours waar de 1,67 meter kleine en slechts 56 kilogram zware Zwolse normaal eigenlijk door alle grote molens verpletterd zou zijn geworden.
Maar wat is normaal voor ‘VDB’? Je vraagt het je vaker af wanneer Van der Breggen voor je staat; hoe is het mogelijk dat ze uit dat tengere kleine lijfje zoveel kracht en uithoudingsvermogen haalt?
Soms heb ik het idee dat Van der Breggen zich niet realiseert waartoe zijn allemaal in staat is. Welk uniek talent zij van moeder natuur heeft meegekregen. Er zijn nog personen die zeggen dat haar erelijst rijk werd door het leed van anderen.
Natuurlijk de doodsmak van Annemiek van Vleuten in Rio de Janeiro 2016, Van Vleutens’ gebroken knie tijdens het WK in 2018 en haar gebroken pols in de Giro Rosa en WK op de weg 2020 en de val van Chloe Dygert afgelopen donderdag tijdens de tijdrit op die mondiale titelstrijd hebben invloed op het wedstrijdverloop van de betreffende wedstrijden gehad. De prijzen worden echter op de meet verdeeld en heelhuids de finish halen is een voorwaarde om de ruikers mee naar huis te nemen.
Het palmares van ‘VDB’ is dusdanig groot en in het relatief korte tijdsbestek van zes jaar bij elkaar gefietst, dan we hier te maken hebben met een van de beste wielrenster die het vrouwenpeloton ooit heeft gekend.
Olympisch goud op de wegwedstrijd (2016), twee wereldtitels op de weg (2018, 2020), wereldtitel tijdrijden (2020), driemaal Giro Rosa (2015, 2017, 2020), vijfmaal Waalse Pijl (2015, 2016, 2017, 2018, 2019), Ronde van Vlaanderen (2018), Amstel Gold Race (2017), Luik-Bastenaken-Luik (2017, 2018), Strade Bianche (2018), Omloop Het Nieuwsblad (2015), La Course (2015), Europese titel wegwedstrijd (2016), Europese titel tijdrijden (2020), Nederlands kampioene op de weg (2020) en Nederlands kampioene tijdrijden (2015).
Dit zijn slechts haar belangrijkste successen, die eraan bijdragen dat we haar een fenomeen mogen noemen. De naam Anna van Der Breggen hoort thuis in het illustere rijtje van kampioenen als Jeannie Longo, Leontien van Moorsel en Marianne Vos.
Het is voor de Nederlandse topsport eeuwig zonde dat we nog maar één jaar van deze bijzondere wielrenster kunnen genieten. Gelukkig wel nog twaalf maanden waarin ze met de regenboogtrui om haar schouders continue in de schijnwerpers zal fietsen. De plek die zij zeker verdient.