‘Poelissimo’, een legende in de Tirreno

Castelfidardo zal hij zijn hele leven wel niet meer vergeten. Vorig jaar won hij er een rit in de Tirreno – Adriatico na een erg lange vlucht in de sprint. Dit keer was het in hetzelfde dorp weer raak. Maar na een angstaanjagende solo van ruim 50 kilometer. Mathieu van der Poel, meester van de buitengewone acties op de racefiets, trad buiten zichzelf en maakte het onmogelijke waar. Dit was een overwinning van de lef, van de stijl, van de tomeloze inzet, maar vooral van ongehoorde wilskracht. Hoogste tijd voor nog een brief aan dit Wonder op Wielen: Mathieu van der Poel.

Helemaal leeg gereden komt Mathieu van der Poel over de streep in Castelfidardo.
FOTO: LAPRESSE

Erg lang geleden schreef Tourbaas Jacques Goddet, die alles al had gezien wat de wielersport aan schoonheid en diepe treurigheid had gebracht, een ode aan Eddy Merckx. Hij deed het nadat de Kannibaal in 1969 op weg naar het Pyreneeëndorp Mourenx Ville het hele peloton van de Tour de France in de vernieling had gereden. ‘Merckxissimo’ zette Tourbaas Goddet boven zijn stuk. Daarmee trok hij de vergelijking met de meest weergaloze kampioenen die hij ooit aan het werk had gezien: de Italiaanse campionissimo’s Fausto Coppi en Gino Bartali.

Vandaag zet ik zonder enige schroom ‘Poelissimo’ boven mijn brief aan jou. Want wat je deed was van ongekende schoonheid. Jouw manier van koersen is een enorme impuls voor het koersen op het hoogste niveau. Aanvallend! Offensief! Jij dwingt de concurrentie tot inspanningen die zij in een nog recent verleden nooit hoefden te leveren. Daarom lijkt mij de vergelijking met de grootste kampioenen uit het cyclisme niet overdreven.

Tussen Castellelto en Castelfidardo lagen 205 kilometers. Temperatuur 14 graden Celsius. Straffe wind, die lang in de rug stond. Kletterende, verkillende regen! En het tempo lag extreem hoog. In de eerste twee uur reden jullie maar liefst 100 kilometer. Met nog 65 kilometer te gaan had je genoeg van dat grote peloton. Tenslotte had je zaterdag in de klim naar de finish niet voor niks jouw benen gespaard.

Eerder in de wedstrijd nestelt Tadej Pogacar zich nog in het wiel an Mathieu van der Poel.
FOTO: LAPRESSE

Je ging aan en gelijk zat het spel op de wagen. En niet zo maar. Het peloton spatte uit elkaar. De weg begon te klimmen en dalen. De klok stond op drie minuten over twee. Wat er gebeurde, werd de laatste jaren maar zelden vertoond. Tourwinnaar Tadej Pogacar, de andere uitblinker op deze uitzonderlijke dag, viel vijf minuten later aan. Jij sprong mee. Twaalf man bleven vooraan over. Julian Alaphilippe, de wereldkampioen, stond volledig geparkeerd. De rust keerde even terug. Tien minuutjes maar. Toen ging je weer. Tevergeefs. Egan Bernal, de Tourwinnaar van 2019, nam over. Jij reageerde gelijk. Pogacar ook. Wout van Aert volgde natuurlijk. Net als Sergio Higuita, de eerste drie van het klassement. Een groep van ongeëvenaarde klasse, maar de mannen die voor het klassement vochten keken net even te veel naar elkaar en in de achtergrond leverde Mikel Landa met zijn maats volop slag om de aansluiting weer te maken. Ze slaagden.

Maar de aansluiting was er nog niet of je was weer weg. Nog 53 kilometer te gaan. De klok stond op 14 uur 25. Even was er aarzeling en daar was het gat, maar wat moest je er voor vechten. En dat in grootse stijl. Voor je de brede glimmende, kletsnatte verlaten weg. Achter je de resterende knechten van de kampioenen die het tempo hoog hielden. Maar dertien minuten later had je toch de eerste minuut te pakken.

De ravage in de achtergrond werd steeds groter. Higuita kon de groep Pogacar – Van Aert niet langer volgen. Van Aert zat geïsoleerd. Pogacar had nog een erg sterke Davide Formolo bij zich. Jouw voorsprong klom en klom. Naar 3 minuten en 36 seconden op nog maar 18 kilometer van de streep. Kou begon jullie te teisteren. Bernal haalde een bodywarmer. Pogacar deed het ook. Van Aert wurmde zich in zo’n verkwikkend warm jack. Waarom deed jij dat niet? Jouw ploegbaas kwam langszij. Waarom, in hemelsnaam, gaf hij jou niet ook zoiets? Je kon aan je gezicht wel zien dat de ongehoorde inspanning zijn tol begon te eisen.

Helemaal kapot lift ‘MVDP’ op de straat na zijn zege.
FOTO: LAPRESSE

Voor jou lagen nog 17.000 magische meters. Berg-op. Smalle straatjes. Veel bochten. En achter je was Pogacar hard op weg zijn eindoverwinning in deze Tirreno veilig te stellen. Hij had er een uitgelezen moment voor uitgezocht. Formolo had het tempo kilometerslange hoog gehouden. Hij zette zich op zij. Wout van Aert kwam op kop en kon geen weerstand bieden aan zijn karakter. Hij hield zijn benen niet stil om het wiel van Tadej te zoeken, die tenslotte zijn trui moest verdedigen. Nee, Van Aert handhaafde zijn tempo, maar toen hij verzwakte aarzelde Pogacar geen moment. Hij sprong uit zijn wiel weg.

Er was toen nog precies 17 kilometer te gaan en die afstand reed de Sloveen in exact een half uur en tien seconden of 34 kilometer per uur. En dat terwijl jouw stijl hoekiger werd. De fraaie coupe-de-pedale maakte plaats voor een ordeloze stamp. Het lijf wilde niet meer, maar het bevel van de geest overheerste: niet opgeven! Doorgaan! Was dat het gevolg van een fringale? Een hongerklop? Ik denk het niet. Die fatale dag in Yorkshire, waar je de wereldtitel verspeelde door te weinig te eten, zat ongetwijfeld nog goed in jouw systeem. Ik zag je voortdurend eten. De gelletjes zaten zelfs op de bidon geplakt die je nog kreeg toegestopt.

Mathieu van der Poel tijdens zijn lange eenzame tocht naar de finish.
FOTO: LAPRESSE

We kunnen er toch niet vanuit gaan dat iedereen met zo’n hongerklop aan het worstelen was. Nee, hier speelde de intense kou op. De regen en de harde wind, die de spieren verkilde tot op het bot. De opmars van Pogacar was wel van ongekende schoonheid. Net als trouwens de jacht van Wout van Aert op de nummer één van het klassement. Een gevecht van man tegen man.

De cijfers aan de finish wijzen ook niet op zo’n fatale inzinking als gevolg van een lege maag. Almeida op 4 minuten, Nibali op 4.20, Simon Yates op 5.02, Quintana op 8.08. Ze reden allemaal nog voor hun klassement, maar verloren in die laatste 17 kilometer toch nog veel tijd op jou, terwijl jij op jouw knieën zat. Romain Bardet en Greg van Avermaet kwamen als achtste en negende aan de meet. Ze hadden geen seconde op jouw goed gemaakt. De rest van het peloton verloor straatlengtes.  Zoals Geraint Thomas (13 minuten en 53 seconden), Higuita 21 minuten en 10 seconden en Alaphilippe 22 minuten en 41 seconden.

Wat een spektakel! Je verloor minuten. Met nog maar 1200 meter te gaan zag Pogacar jou rijden. Je keek om. Wat dacht je? ‘Dat nooit,’ denk ik. En daar stond de eerzucht op als laatste motor in dit bizarre gevecht. Wilskracht, ongetemde wilskracht, altijd al het handelsmerk van de grootste kampioenen, dreef je naar de streep. Slechts tien luttele seconden had je over. Je had geen kracht meer om je armen in de lucht te steken. Wel dacht je er nog aan jouw boordcomputer op jouw stuur stil te zetten. Je viel zo van jouw fiets op de natte straat. Daar lag je dan: gewonnen. Maar wat had het gekost? Je meldde het zelf: ‘De laatste tien kilometer waren een hel. Nooit heb ik zo afgezien.’

Maar wat was het prachtig. Dit was een overwinning voor de legende.

5 9 votes
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
1 Reactie
oudste
nieuwste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments
Jos
Jos
15-03-2021 22:07

Zoals hij zelf al reageerde na zijn weergaloze AGR: “you’ve got to want it more than your last breath”, was hier ook zeker van toepassing.