Mathieu van der Poel: koorddanser op keien

Twee-en-een-half jaar geduld werd deze zondag beloond. Parijs – Roubaix was terug en hoe! In een moorddadige versie, stampvol dramatiek en overlopend van heroïsme. Zaterdagmiddag om vijf uur begon het te regenen en pas tijdens de koers hield dat op omstreeks half drie. Vijf-en-vijftig kilometer kasseistroken waren veranderd in glibberende glijbanen met verborgen gaten onder immense plassen. Bij de start wist iedereen hoe laat het was: dit werd een dag waarop AFZIEN met hoofdletters zou worden geschreven.

Mathieu van der Poel in actie op de voorlaatste kasseizone.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

En dat gebeurde ook. Pech, valpartijen, lekke banden. Het was er allemaal in overvloed. Net als de heroïek van de jacht die Mathieu van der Poel met Sonny Colbrelli en Florian Vermeersch aan het front bracht. Colbrelli pakte een droomoverwinning. Van der Poel voelde in de laatste honderd meters zijn benen leeg lopen en werd derde. De brief gaat naar Mathieu die voor de zoveelste keer volkomen leeg achter de streep lag. Dit keer zonder overwinning.

Dag Mathieu,

Zes uur op de fiets. In stromende regen. Over baggerwegen. Over kolossale klinkers. Dit was koorddansen op de kasseien. Koers voor kerels. Koers voor acrobaten. Koers om van te smullen. Voor de kijkers natuurlijk. Op zo’n wankele racefiets zal het wel een ander gevoel zijn geweest. Wat een spektakel! En dat liefst 200 kilometer lang. Eerst maar even naar de ontknoping. Parijs – Roubaix is een koers waarin geluk een grote rol speelt. Vraag dat maar aan Gianni Moscon, de ongelukkige held van deze dag. Hij was er bij toen Greg van Avermaet op meer dan 200 kilometer van de streep een offensief opende dat nooit meer stil zou vallen.

Ruim dertig man zagen er wel wat in. De regen kletterde hevig op de ruggen, maar op de eerste kasseien bij Troisville had de groep 1 minuut en 42 seconden. Van jouw ploeg zat alleen Jasper Philipsen vooraan. Hij reed makkelijk. Dat bleek wel toen hij lek reed en ontspannen terugkeerde aan het front. Moscon was er ook al bij. Net als Florian Vermeersch, gemeenteraadslid in Lochristi, nog maar 22 jaar en bezig aan zijn tweede profjaar bij Lotto. Nils Eekhoff, winnaar van de junioreneditie 2017 van Parijs – Roubaix, had er ook zin in. En Zdenek Stybar zat er bij. Hij had gedroomd van een regeneditie, ‘want die heb ik nooit meegemaakt en nu is het eindelijk zo ver.’

Florian Vermeersch in actie .
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

De veldrijders speelden ontegenzeglijk een voorname rol in deze cross van liefst 200 kilometer. Echt wat voor jou, Mathieu. Goed, je had lang last van jouw rug na die salto mortale in Tokyo. Tijdens het wereldkampioenschap was het nog niet helemaal in orde. Dus het bleef afwachten wat het deze moordende dag zou worden. Dat was in elk geval veel. Ik zag je voor het eerst zo’n 110 kilometer voor de finish. Vermeersch en Eekhoff lagen inmiddels bijna drie minuten voorop. Die lef sprak mij aan.

Achter hen was de ravage groot. Ex-winnaar John Degenkolb ging bikkelhard onderuit en lag groggy in de bagger. Sagan, die ook al met zo’n kei naar huis was gegaan, reed lek en kon nooit meer terugkomen. Maximilian Schachmann ging tegen de vlakte. En daar was ineens Mathieu van der Poel. Op kop over de stenen. De veiligste positie. Handig manoeuvrerend langs plassen, over smalle stroken aangestampte aarde naast de stenen. Dat zag er allemaal prima uit. Scherp. Het peloton kraakte. Er vielen gaten, maar het was nog te vroeg.

Het Bos van Wallers met zijn gruwelijke pad lag er tamelijk goed bij. Er was hard gewerkt om het vele gras tussen de stenen weg te halen. Ze glommen jullie tegemoet. Keurig opgepoetst lag het pad klaar. Je had drie kilometer eerder nog eens flink aan de kop van de groep gerammeld. Gevolg was dat er nog maar veertien renners aan jouw wiel zaten. Van Aert en Stybar natuurlijk. Colbrelli ook. De 2300 meter door het Bos maakte veel duidelijk.

Wout van Aert zat daar al niet lekker. Te ver achterin de groep met het gevaar van valpartijen voor hem. Die kwam er dan ook. Twee man gingen pal voor hem onderuit. Wout moest in de remmen en kon gelijk een flink gat gaan dichten. Jij knalde op kop over die keien en ook toen bleek dat dit niet zomaar een Van der Poel-dag zou worden. Je startte met 1 minuut en 57 seconden achterstand op Vermeersch, ook al een man met een groot crossverleden, en Eekhoff. Je kwam er uit na een volle inspanning met 1 minuut en 44 seconden achterstand. Dus de teller was slechts 13 seconden terug gelopen.

Wout van Aert voor Yves Lampaert, Marco Haller en Christophe Laporte op de zone van Gruson.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Dat zou eigenlijk de hele middag zo blijven. Colbrelli zat daar al vast in jouw spoor en ook dat zou niet meer veranderen. De Europese kampioen besloot van zijn topvorm gebruik te maken op de stenen bij Hellemes, 86 kilometer van de verlossende piste. Guillaume Boivin van Trek, Baptiste Planckaert en Lecocq toonden aan dat Parijs – Roubaix een klassieker was, waarin iedereen kan uitblinken. Ze sloten aan bij de Italiaan, maar ze brachten verder niet veel. Vooraan sloten Van Avermaet en Moscon met de restanten van de dertig durvers aan bij Eekhoff en Vermeersch. Colbrelli volgde daar op maar 24 seconden. Jij zat met Van Aert en elf anderen op 54 seconden.

Maar het tempo viel steeds stil. Daarom schroefde je het nog eens op. Dat je helemaal in orde was bleek bij Warlaing toen je lek reed en binnen drie kilometer weer terugkeerde. Bij Tilloy had je er genoeg van. Je moest teveel alleen doen. Dus dan kon je ook beter alleen gaan koersen. Op de stenen van deze vijftiende strook reed je ze er allemaal af. Lampaert en Stybar sloten nog wel aan, maar moesten uiteindelijk ook terug. In één ruk reed je naar Colbrelli, die inmiddels ook weer gezelschap had gekregen.

Wat een slagveld! Alle koppen waren veranderd in moddermaskers. De bagger zat tot de bilnaden. Alles was grauw, smerig en kleddernat. Maar de benen bleven gaan alsof er niks aan de hand was. Voorop reed nog steeds Van Avermaet met Moscon en zestien overlevers, waarvan de één na de ander moest buigen onder het gewicht van de omstandigheden. Op 62 kilometer van de streep ging Florian Vermeersch nog eens aan. Moscon en Tom van Asbroeck pikten aan. Bij Anchy les Orchies reden ze 49 seconden vooruit, terwijl jij met jouw groep nog steeds op 1 minuut en 39 seconden zat. Jullie kwamen dus geen streep dichterbij. Een gevolg ongetwijfeld van het feit dat alleen Colbrelli en jij vol gas gaven en de rest zich bepaalde tot volgen.

Gianni Moscon op kop op de zone van Ennevelin.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Niet veel later gingen Van Avermaet en Van der Sande hard onderuit en kwam Moscon alleen op kop. Nog 50 kilometer te gaan. De jacht was van ongekende schoonheid en de macht van de Italiaan aan de leiding ook. In zijn eentje hield hij jullie voortdurend op ruim een minuut achterstand. De beruchte stenen bij Mons-en Pévèle lagen er als een glijbaan bij. Vol bagger. Toch vloog Moscon er met een tempo van 38 per uur over heen. Het viel me op dat jij wat lichter reed dan de rest in jouw groep. Een goed teken.

Maar Moscon hield stand. Liefst 26 kilometer lang. Zijn masker van modder begon scheuren te vertonen door de grimassen die zijn pijn verraadden. Tot overmaat van ramp reed hij lek. Twintig seconden kostte hem de wisssel naar een kraakheldere schone fiets, maar de vermoeidheid begon op te spelen. Bij Cysoing sloeg het noodlot toe. Zijn achterwiel glibberde weg terwijl hij op het hart van de weg reed. Hij had geen kracht meer om dat op te vangen en daar lag hij. Weg was de voorsprong. De veertien seconden die hij nog over had was een te kleine marge.

Op het 1700 meter lange Carrefour de l’Arbre was het gebeurd. De keien die Onze Lieve Heer nog over had toen hij de wereld schiep, gooide hij daar achteloos naar beneden met de mededeling: ‘Dat is het Carrefour.’ De stenen liggen er nog steeds even achteloos en dat was teveel voor Moscon. Hij werd ingelopen en meedogenloos gelost. Liefst 184 kilometer had hij aan het front gereden! Er waren nog zestien kilometers te gaan. Colbrelli viel aan. Jij worstelde je in zijn wiel. Vermeersch haakte ook weer aan. Van Aert zat met zijn groep nog steeds op slechts een minuut achter jullie. Er mocht niet geaarzeld worden.

Mathieu van der Poel en Sonny Colbrelli in actie in de finale.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Het was duidelijk dat dit op een spurt moest uitdraaien. Je zag er nog scherp uit. Handig stuurde je over een slechts één steentje brede strook langs de kasseien van Willems Hem. Je was nog scherp. Voor mij nam je wel wat te veel hooi op jouw vork. Je deed het meeste kopwerk. Zoals je dat altijd doet, maar onder deze omstandigheden had een beetje terughoudendheid niet misplaatst geweest. Dat bleek in de sprint. Vermeersch had nog genoeg gespaard voor een verrassende aanval op 150 meter van de streep. Jij zat op kop. Colbrelli veilig in het wiel. Hij kwam er gepast uit en won. Een droomoverwinning in een droom van een koers.

Volledig uitgeput lag je tegen een hek. Mathieu van der Poel kon zich niet meer verroeren. De teleurstelling was ongetwijfeld ook immens. Zeker voor een coureur die altijd wil winnen. Maar zo is koers: niets is zeker tot dat de streep is gepasseerd. Je ging tot het uiterste. Dat was wel duidelijk. En over die rug wil ik niets meer horen. Ik wou dat ik zelf zo’n rug had.

5 14 votes
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments