Verkeerde risicoanalyses bij Jumbo-Visma

Ze hadden op alle fronten de beste kaarten, maar uiteindelijk bleek er slechts één troef om uit te spelen. De luxe waar Jumbo-Visma in 2020 op rekende, kon in hun belangrijke missie geenszins worden verzilverd.

Met Primoz Roglic, Steven Kruijswijk en de nieuwe aankoop Tom Dumoulin had de Nederlandse wielerploeg in liefst drie kopmannen voor de Tour de France geïnvesteerd, die alle drie bereid waren om zich aan het hogere doel ondergeschikt te maken. Aan de finish van de eerste echte bergrit in Loudenvielle blijkt dat het team nog maar één man en één tactiek heeft om de gele trui daadwerkelijk naar Parijs te brengen.

Tom Dumoulin, Primoz Roglic en Steven Kruijswijk met mondkapjes. FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

De kracht van drie kopmannen kan het best worden uitgebuit wanneer de concurrentie niet weet in wie ze zich moeten vastbijten. Dat tactische wapen heeft Jumbo-Visma uiteindelijk nooit kunnen inzetten. Kruijswijk liep op de voorlaatste dag in de Dauphiné bij een val in de afdaling van de Col de Plan-Bois een scheurtje in zijn schouderblad op, terwijl Dumoulin al in de eerste Tour-week de strijd tegen zijn twijfels verloor.

Vanaf de top van de Col de Peyresourde was er maar nog maar één strijdplan: Primoz Roglic zo goed mogelijk in de slotklim afzetten en dan moest de Sloveen uiteindelijk zelf proberen om een maximaal aantal seconden bij elkaar te sprokkelen. In die koerswijze groeide het team van de ‘killerwespen’ zelfs uit tot een geperfectioneerde versie van de Sky-trein.

Zelden was een team zo oppermachtig in de belangrijkste wedstrijd van het jaar. Het geel-zwart domineerde opperachtig alle bergritten. Het legde met mannen als Robert Gesink, Wout van Aert, Tom Dumoulin en Sepp Kuss zo’n verschroeiend hard tempo op dat de concurrentie zodanig naar adem hapte dat het idee om aan te vallen als sneeuw voor de zon verdween. Het werd niet de Tour van de aanvallers, maar ‘La Grande Boucle’ van de afvallers. En kopman Roglic zelf hoefde pas in de laatste honderden meters aan te zetten, om zo op vrijwel alle rivalen keer op keer seconden tijdwinst te boeken.

Primoz Roglic leidt voor Tadej Pogacar de groep op de gravelzone van Plateau des Glières.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Jumbo-Visma en Roglic maakten in hun ogen de perfecte risicoanalyse. Het team vroeg zich af hoe hun kopman met een minimale energieverspilling een zo veilig mogelijke voorsprong opbouwen. Na de beklimming van de Puy Mary in de Auvergne was Tadej Pogacar in hun ogen de enig overgebleven concurrent. De zeventien seconden achterstand die hij op de steile Col de la Loze aan zijn broek kreeg van Roglic, werd bij de supermarkformatie enigszins hoogmoedig als het binnenhalen van de Tour-zege gevierd. Een verschil van 57 seconden was voor de afsluitende tijdrit een ‘veilige’ marge.

Het bleek een complete misrekening. Ten eerste een onderschatting van de ongekende mogelijkheden van Pogacar. Er was geen les getrokken uit de Vuelta a España van vorig jaar waar de toen 20-jarige Sloveen op de voorlaatste dag in de bergrit naar Plataforma de Gredos enorm uithaalde.

Liefst 35 kilometer reed ‘Poga’ in deze 20e rit solo en hoe er ook achter hem werd achtervolgd, hij hield een voorsprong van ruim anderhalve minuut op de allerbesten. Het tekent dat zijn recuperatievermogen van een uitzonderlijk hoog niveau is. Daarom durfde men bij UAE Emirates de tijdrit naar La Planche des Belles Filles ook als dé D-day van deze te bestempelen.

Tadej Pogacar met Primoz Roglic en Sepp Kuss in zijn wiel op de Col de la Loze.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Een tactiek die bij UAE-Emirates uitgestippeld is door Allan Peiper. De naam van de Australische ploegleider, die vloeiend Nederlands spreekt door o.a. zijn jaren in dienst bij Peter Post, is diverse keren bij Jumbo-Visma genoemd als mogelijke versterking van het technische kader. De 60-jarige Australiër staat bekend als een briljante tacticus en hij heeft zich de afgelopen maanden vooral om Pogacar ontfermd. Toch heeft Jumbo-Visma het niet gedurfd om deze ‘vreemdeling’ aan te nemen, maar koos men voor personen waarvan men zeker wist dat ze binnen de vertrouwde ‘familie’ pasten.

Waar Pogacar op de persconferentie zaterdagavond zijn recuperatievermogen als misschien wel zijn belangrijkste wapen bestempelde, is van Roglic bekend dat hij wel vaker een slechte dag in de slotweek van een grote ronde heeft. In de Tour van 2018 verspeelde hij op de laatste zaterdag in de tijdrit naar Espelette een podiumplaats. Terwijl hij vorig jaar de Giro-zege in de slotweek in rook zag opgaan.

Daarom werden er al vraagtekens geplaatst toen hij begin augustus oppermachtig koerste in de Tour de l’Ain en de Dauphiné. Was hij vorig jaar in de aanloop naar de Giro d’Italia immers ook niet te vroeg in vorm met zijn dominante optreden in de Ronde van Romandië.

Niet alleen wint Wout van Aert twee ritten in deze Tour, de Belg is ook een van de sterkste renners in de klimtrein van Jumbo-Visma.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Op ruim veertig dagen voor het einde van de Tour demonstreerde hij dit jaar in de Rhône-Alpes in de voorbereidingswedstrijden al een topconditie. Dit in tegenstelling tot Pogacar, die pas in de Dauphiné dag na dag beter ging fietsen maar niet in de buurt kwam van een zege.

Toch kwam voor vrijwel iedereen de nederlaag van Roglic op de klim van La Planche des Belles Filles als een donderslag bij helder hemel. Waar Pogacar zichzelf overtrof, bleef Roglic duidelijk onder zijn mogelijkheden. Binnen de ploeg giste iedereen naar de reden van de mindere dag van hun kopman.

Was het de vermoeidheid in de derde week van een grote ronde? Was het de stress voor het allesbepalende uur? Had hij iets onder de leden? Was het de tol van alle verplichtingen behorende bij elf dagen gele trui? Het waren vragen waarop niemand dit weekend een antwoord durfde of wilde geven.

Primoz Roglic en Tom Dumoulin veilig op weg naar Champagnole. FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

In stress geloof ik niet direct. Reeds negen rittenkoersen heeft Roglic op zijn naam geschreven, dan moet je ondertussen de druk van het verdedigen van de leiderstrui kunnen verdragen. De renner uit het steenkolengebied van Trbovlje is daarbij een enorme koele kikker, die zich normaal door niets en niemand uit het veld laat slaan.

Het incident rond het wegsturen van hoofdcoach Merijn Zeeman tekent wel dat er enige stress in het begeleidingsteam heerste. Al overheerste bij iedereen zeker het vertrouwen in een goede afloop. Wanneer er nog enige twijfel zou zijn geweest dat deze missie kon mislukken, had Zeeman zich tijdens de afsluitende tijdrit waarschijnlijk nooit laten volgen door een cameraploeg van de NOS.

Prijs de dag niet voordat het avond is, is een gezegde dat ze binnen het team sinds 2016 toch zekerl moeten kennen. In de Giro d’Italia leefde de toenmalige Lotto-Jumbo formatie al helemaal op de roze wolk van Steven Kruijswijk, totdat een vrijwel zekere eindzege in de Italiaanse ronde verloren ging in een sneeuwmuur op de Colle del’Agnello. Die lessen zou je nu toch moeten terugzien.

Primoz Roglic in de voor hem teleurstellende tijdrit naar La Planche des Belles Filles.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Conditioneel had ik ook niet het gevoel dat Roglic aan het einde van zijn latijn zat. Juist op de Col de la Loze en de Montée du Plateau des Glières, de twee lastigste beproevingen van de Alpen, toonde hij zich heel overtuigend. Het was duidelijk dat de Sloveen de baas van het peloton was en met zijn geprezen tijdrijderscapaciteiten hoefde hij geen angst te hebben voor de laatste beproeving.

Misschien was de overtuiging dat het goed zat wel bij Jumbo-Visma té groot. Tactisch heeft men voor de meest veilige, maar ook voor de meest ‘simpele’ tactiek gekozen. Achteraf, met de nadruk op achteraf, kun je zeggen dat Jumbo-Visma met het dominante rijden op kop van het peloton Tadej Pogacar drie weken lang op sleeptouw heeft genomen. Achteraf heeft de winnaar echter altijd gelijk, terwijl men bij de verliezer met een vergrootglas naar mogelijke fouten gaat zoeken.

Primoz Roglic feliciteert zijn landgenoot Tadej Pogacar na zijn nederlaag in de tijdrit.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

De pijn van deze nederlaag zal groot zijn. De enorme indruk die Jumbo-Visma de afgelopen weken in de Corona-Tour heeft gemaakt, mag echter niet worden vergeten. Dit optreden moet de bouwsteen voor veel nieuwe successen zijn. Al is ook wel duidelijk geworden dat de nieuwe generatie, met voorlopig Pogacar, Egan Bernal en Remco Evenepoel voorop, een enorme stempel op de komende jaren gaat drukken.

Dit realiserend, wordt duidelijk dat Jumbo-Visma de afgelopen weken een unieke kans heeft gemist om de heilige gele graal, de hoogste prijs in de wielersport, binnen te halen.

0 0 votes
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments