10 jaar Profwielrenner
13 jaar Ploegleider/Teammanager van US Postal, Discovery, Astana en RadioShack
In de aanloop naar deze Tour de France had iedereen het over de tweestrijd tussen Jumbo-Visma en Team Ineos–Grenadiers. Na de eerste aankomst bergop op de Alpencol Orcières-Merlette wijst voorlopig niets op een duel. De Nederlandse ploeg is oppermachtig, terwijl de Britse formatie duidelijk niet op niveau zit. Ineos toont tot dusver nergens de intentie om de wedstrijd in handen te nemen. Dat is geen goed teken. Ik zie momenteel zeker drie à vier andere ploegen die op gelijk niveau als Ineos zitten.
Natuurlijk is deze klim van 7,1 kilometer niet alleszeggend en zijn de verschillen op de streep nog klein. Toch werd in de zuidelijke Alpen reeds het een en ander duidelijk over de machtsverhoudingen. Het zou dus wel eens een heel andere Tour kunnen worden dan we vooraf verwacht hadden.
Voor mij was het tekenend dat Egan Bernal op twee kilometer van de streep in de communicatie met zijn team aan het praten was. Dat duidt meestal maar op één ding: dan geef je aan dat je jezelf niet zo goed voelt en dat je niet wil dat je ploegmaten het tempo aan kop gaan opvoeren.
Nu moeten we zo eerlijk zijn dat dit niet een echt geschikte klim voor Bernal is. De Colombiaan komt beter tot zijn recht in het hooggebergte. En zeker in een rit waarin meer echte cols zitten en het tempo op de slotberg niet zo ongekend hoog ligt als nu het geval was op Orcières-Merlette.
Dat Giro d’Italia-winnaar Ricardo Carapaz als tweede man bij Ineos direct 28 seconden verliest is ook geen goed teken. Eerder zijn ze al Pavel Sivakov uit de top van het klassement verloren. Ze moeten uitkijken dat ze niet al vroeg in de ronde hun reservekopmannen kwijt zijn in de top van de rangschikking Bij vrijwel alle van de zeven Tourzeges van Ineos (en het vroegere Sky) in de afgelopen acht jaar was het kort houden van een tweede man in het klassement steeds een tactisch wapen.
Jumbo-Visma vervolgt de sterke weg die ze hebben ingezet met hun Tour-ploeg in de Tour de l’Ain en Dauphiné. Ongelooflijk met welke snelheid Wout van Aert op kop van de eerste groep reed. Van 3,3 tot 1,4 kilometer tot de finish bepaalde hij het tempo van de eerste groep met alle Tour-favorieten op een col van eerste categorie. Het tempo lag zo hoog dat niemand dacht aan overnemen, laat staan aan demarreren. Dit was echt een ongekend sterke beurt. Wout heeft me opnieuw verbaasd. Heel knap! Al sta ik ook versteld wat zijn ploegmaat Sepp Kuss nog in de laatste kilometer deed in dienst van zijn kopmannen Roglic en Dumoulin. Dat was ook niet gewoon.
Voor Roglic is deze ritzege op Orcières-Merlette een overwinning met een grote betekenis. Ten eerste moet hij juist op dit soort klimmen tijdwinst op Bernal zien te boeken. Hij moet proberen om hier en daar een kloof in de laatste honderden meters te slaan om zo ook bonificatieseconden te pakken. Voor dat je het weet heeft Roglic dan voor de lastige slotweek in de Alpen al een minuut voorsprong. Dan gaat het voor Bernal een heel moeilijke opdracht worden om hem in het echte hooggebergte eraf te rijden.
Binnen Jumbo-Visma onderstreept ‘Rogla’ nogmaals de absolute kopman te zijn. Tom Dumoulin had het moeilijk op de slotklim. Al vind ik dat eigenlijk ook logisch. Tom is niet de man van deze explosiviteit. Hij zal beter tot zijn recht komen op moeilijkere klimmen waar het tempo minder hoog ligt.
Misschien het belangrijkste is dat Roglic vandaag ook zijn eigen twijfels overwint. In de Dauphiné kwam hij in de voorlaatste rit hard ten val na een plaspauze. Ik heb van mensen dichtbij Jumbo-Visma gehoord dat die blessure vrij ernstig was. Hij had een bloeduitstorting van zijn knie tot aan zijn heup. Ze hebben hem dan ook serieus moeten behandelen en bijna een week heeft hij nauwelijks kunnen trainen. Daarnaast slaap je veel slechter en duurt het herstel veel langer met die wonden. Dat mag je beslist niet onderschatten.
Ik ben er dan ook van overtuigd dat hij na deze ‘verplichte’ rust in deze Tour alleen nog maar kan verbeteren. Dit was nog niet het beste wat we in deze ronde van hem hebben gezien. Na zo’n week van herstel met weinig arbeid verlies je toch iets van je vormpiek. Als hij die nu net na de eerste week van de Tour kan verleggen, dan zou hij, onbewust met dank aan die val, wel eens de perfecte ronde kunnen rijden.