Leiden in last bij Tourstart

Leiden was weer eens in last, dit keer vanwege de Tour de France, zomer 1978. Onvergetelijk. Met collega Peter Heerkens vormde ik het duo dat voor de negen of tien kranten van de Gemeenschappelijke Pers Dienst GPD, waaronder ’mijn’ Limburgs Dagblad, verslag moest uitbrengen van het evenement. Wij hadden zelfs een chauffeur meegekregen die ons ruim drie weken door het strijdgewoel zou loodsen. Jan Leys was zijn naam, een Brabander, gepokt en gemazeld in de wielerwereld en ver daarbuiten.

De start in Leiden, ik meldde het al summier, werd gekenmerkt door een opeenstapeling van vervelende zaken. Absolute giller was het feit dat de winnaar van de proloog, Jan Raas, geen gele trui om zijn schouders kreeg. Iedereen (behalve het publiek!) wist weliswaar dat vanwege de gladheid van het parcours de rit niet meetelde voor het algemeen klassement, maar dat er ook nog eens geen eretricot uitgereikt zou worden had niemand verwacht. Tourdirecteur Felix Lévitan liet echter weer eens zijn macht gelden. ’Geen algemeen klassement, waarom dan een trui uitreiken?’ Hij zei er nog bij dat hij daartoe volgens het reglement bevoegd was.

Felix Lévitan
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Raas heeft, naar het schijnt, een paar uur gevloekt. Wij, de journalisten, konden niet wachten tot het einde van zijn tirade, want er moest natuurlijk wél op tijd een verslag van álle gebeurtenissen naar de redactie worden geseind. Eén dag eerder was overigens al duidelijk geworden dat de start voor Leiden een grote teleurstelling zou worden. Om te beginnen hadden de lokale organisatoren de reclameborden van Nederlandse sponsors uit de Groenoordhallen moeten verwijderen.

De beschikbare ruimte, driehonderd meter vóor de finish  – zo stond overigens met kleine letters in het contract – was alleen bestemd voor de firma’s die aan de hele Tour hun steun verleenden, vooral multinationals en Franse bedrijven. De Leidse stichting was meteen een paar ton aan sponsorinkomsten kwijt. Daar kwam nog bij dat Joop Riethoven, de man die de Tour naar de Sleutelstad had gehaald, met een hersenbloeding in het ziekenhuis belandde. Voorts bleef de publieke belangstelling onder de verwachtingen, mede vanwege de regen. En alsof dit nog niet genoeg was kwam daar dus bovenop dat de inleidende tijdrit over ruim 5 kilometer alleen voor de dagprijzen meetelde. Het parcours was door de gladheid te gevaarlijk, luidde het argument.

Het voorstel kwam overigens van de ploegleiders Maurice Demuer (Peugeot) en Fred de Bruyne (Velda-Flandria) die gehoor hadden gevonden bij het merendeel van hun collega’s, óók bij Peter Post. De baas van TI-Raleigh hield naderhand vol dat er met geen woord gesproken was over de gele trui. Zijn uitleg viel te begrijpen, temeer omdat Post in zijn formatie méér dan een kandidaat-winnaar had. De uitslag maakte dat ook duidelijk. Achter Jan Raas legde Gerrie Knetemann op de tweede plaats beslag en met minimaal verschil ten opzichte van de als derde geëindigde Joop Zoetemelk (die het shirt van Miko-Mercier droeg) werd Hennie Kuiper namens de Raleighs vierde.

Vier landgenoten op de eerste vier plaatsen. Ongelofelijk mooi. Allicht dat het gemis van het geel een domper op de vreugde was. ’Wat doet Lévitan als het in de volgende etappes regent?’ schamperde Raas. ’Worden de bergritten soms geannuleerd als het glad is in de afdalingen?’ voegde Kuiper er aan toe. Enzovoort, enzovoort.

Hoe dan ook, met Raas ’gewoon’ in het teamshirt begonnen de 110 deelnemers een dag later aan een dubbele opdracht. Eerst de etappe van Leiden naar St. Willebord, dat trouwens ook met reclame-perikelen te maken kreeg. Na een paar uur rust  volgde het tweede deel van de rit met Brussel als eindbestemming. Moet ik nog zeggen wie in Sint Willebrord als winnaar over de streep vloog en even later het geel aantrok? Jan Raas, natuurlijk. De adrenaline spoot eruit toen hij achthonderd meter voor de streep zijn allesverwoestende demarrage plaatste. Freddy Maertens was één seconde achter de getergde Zeeuw de snelste van de rest. Maertens greep ook ´s middags naast de etappewinst. Dit keer moest hij voor Walter Planckaert buigen.

Jan Raas mocht, tot zijn grote frustratie, na zijn zege in de proloog vanwege het gladde parcours geen gele trui in ontvangst nemen. Dus was hij de volgende rit gewoon opnieuw de beste om dan wel het ‘maillot-jaune’ te krijgen.
FOTO: WIKIPEDIA

Jan Raas zou in deze Tour trouwens nog een derde keer toeslaan. Hij deed dat op de voorlaatste dag, in de rit Epernay-Senlis. Vlak voordat het wielerbaantje in de Parijse randgemeente werd bereikt sprong hij de ruimte in. Het verschil met Maertens, de winnaar van de groene trui, bedroeg veertien seconden. Een dag later reed Knetemann – die ook al de etappe Morzine-Lausanne op zijn naam had geschreven – als eerste over de streep op de Champs-Elysées. Hij hield René Martens, Henk Lubberding, alsmede de in Franse dienst bij Lejeune rijdende Fedor den Hertog achter zich. Een minuut later arriveerde de hoofdmacht met Bernard Hinault, de Tourdebutant die even later als eindtriomfator op het podium stond. Daar werd de Breton  geflankeerd door Joop Zoetemelk (tweede) en de Portugese houwdegen Joaquim Agostinho. De Belg Jos Bruyere eindigde als vierde.

Voordat we z´n allen Parijs bereikt hadden was er overigens nog van alles gebeurd dat onvergetelijk blijft. Denk maar aan de rennersstaking in Valence d’Agen of de fraude van Michel Pollentier bij de dopingcontrole op Alpe d’Huez, waardoor hij de ritzege en gewonnen leiderstrui kwijtraakte, respectievelijk aan Kuiper en (tijdelijk) Zoetemelk. Bovendien, moest ’Peerke’ Pollentier naar huis. Dat laatste overkwam ook  Gerben Karstens, maar dan vanwege het zich herhaaldelijk laten duwen in de  zeventiende etappe Grenoble-Morzine, de rit waarin Kuiper door een val (met sleutelbeenbreuk) werd uitgeschakeld. Om  compleet te zijn noem ik ook nog de ritzege van Raleigh in de ploegentijdrit Evreux-Caen, alsmede de dagsuccessen die de Duitser Thaler (in St. Germain-en-Laye),  Lubberding (in Pau) en de Belg Paul Wellens (in Super Besse) namens de Post-brigade behaalden, zonder natuurlijk de winst van Zoetemelk in de tijdrit naar de Puy-de-Dôme te vergeten.

Jawel, de Tour van ’78 –  waarin Henk Lubberding bovendien het jongerenklassement voor zich opeiste – was er een die het een en ander losmaakte. Zelfs het feit dat er geen Italianen aan meededen bleek van ondergeschikt belang. In de eerstvolgende aflevering kom ik trouwens nog eens op deze jaargang terug. Afgesproken?

0 0 votes
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments