Keizer van Herentals thuis onttroond

Rik van Looy was al negen jaar beroepsrenner toen hij in 1962 voor het eerst naar de Tour de France ging. Hij trok er heen als regerend wereldkampioen, want net als in ’60 op de Sachsenring bij Leipzig had hij een jaar later in Bern de regenboogtrui veroverd. Bovendien, Van Looy was niet alleen tweevoudig wereldkampioen, hij was bij zijn Tourdebuut ook al geruime tijd klassiekerkoning. Op zijn erelijst stonden een of meerdere zegepralen in Parijs-Roubaix, Ronde van Vlaanderen, Milaan-Sanremo, Luik-Bastenaken-Luik, Ronde van Lombardije, noem maar op. Tevens gold hij als rittenkaper (en vaak eindwinnaar) in het meerdaagse werk, om over de andere koersen en zijn overwinningen in zesdaagsen nog maar te zwijgen.

Tweevoudig wereldkampioen Rik van Looy weet in 1962 niet de Tourrit in zijn woonplaats Herentals te winnen.
FOTO: WIKIPEDIA

Niet voor niets werd hij de ‘Keizer van Herentals’ genoemd, de stad waar hij nog altijd met zijn Nini woont. Op de Grote Markt staat het standbeeld van de vroegere krantenbezorger, die in september ’53 (meteen na zijn derde plek bij het WK voor amateurs in Lugano) overstapte naar de profklasse en een fabelachtige erelijst opbouwde.Waarom hij pas zo laat zijn eerste Tour reed, na toch al handenvol dagprijzen en topklasseringen in de Giro en Vuelta behaald te hebben? Heel simpel. De organisatoren in Frankrijk hadden eindelijk gekozen voor de merkenformule. Het tijdperk waarin landenploegen aan de slag konden was voorbij, oordeelde men op het hoofdkwartier in Parijs, ofschoon daar zowel in 1967 als ’68 nog op teruggekomen werd. Maar dat is weer een ander verhaal.

Hoe dan ook, Rik van Looy – die nooit belangstelling voor de landenformule had getoond – kon nu eindelijk in Frankrijk met zijn befaamde ‘Rode Garde’ aan de slag, de ploeg waarvan firma’s als Faema en Flandria de belangrijkste geldschieters waren. En hij de onbetwiste leider. In deze ploeg had hij dan ook de renners rond zich verzameld die voor hem door het vuur gingen.

Edgar Sorgeloos (na zijn loopbaan jarenlang als chauffeur van de TV-commentatoren Mart Smeets en Jean Nelissen in de Tour) wás zo’n trouwe helper. Ook Willy Schroeders, Jef Planckaert, Raymond Impanis, ‘Manten’ Desmet, Van Tongerloo, Baens, Foré, Bocklandt, Ongenae en nog zo’n stel behoorden daartoe. Het merendeel hiervan maakte trouwens ook deel uit van de ploeg waarmee Rik naar Nancy ging, in ’62 de startplaats. Vijftien ploegen, 150 man, tekenden de presentielijst. Daarbij waren oud-winnaars als Anquetil, Gaul, Bahamontes en Nencini, maar ook de vrijwel complete rest van de mondiale elite.

Van Looy had niet alleen zeven Belgen aan zijn zijde. Ook Huub Zilverberg en Piet van Est, twee van de Nederlanders die in de loop der jaren aan zijn zijde koersten, waren van de partij. Nee, een vaderlandse fabrieksploeg stond niet aan de start. De jaren van TeleVizier, Willem II, Caballero, Goudsmit-Hoff, Canada Dry, enzovoort, moesten nog komen. Zodoende reden ook Dick Enthoven (bij Pelforth), Bas Maliepaard (Gitane), alsook Michel Stolker en Ab Geldermans (bij St. Raphael-Helyett) deze Tour in vreemde krijgsdienst. Geldermans en Stolker zouden trouwens een belangrijk aandeel hebben in de eindzege van Anquetil, hun kopman. Die had bovendien Rudi Altig als ploegmakker. De Duitser won niet alleen drie etappes, maar ook de groene trui. De bergprijs ging naar de Spanjaard Bahamontes.

Ab Geldermans droeg in de Tour de France van 1962 een dag de gele trui.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Of de Nederlanders dan in de schaduw bleven? Nee hoor. Geldermans droeg zelfs even het geel en Zilverberg proefde het zoet van de dagzege. Op het einde van de etappe naar St. Nazaire was de lange Brabander sneller dan …. Maliepaard, waarmee hij uit een vluchtgroep was weggesprongen. En Van Looy? Die moest eerst een paar teleurstellingen verwerken voordat hij met zijn tomeloze aanvalslust het peloton, onderweg naar de Pyreneeën, ging pijnigen. Zijn derde plaats in de openingsetappe naar Spa viel desondanks eerder te accepteren dan de vierde plek waarmee hij de volgende dag genoegen moest nemen, weer in een massale eindrush. De finish lag immers in Herentals, zijn woonstad. Uitgerekend dáár nam André Darrigade revanche voor de nederlaag die hij in Spa tegen Altig geleden had. De Fransman hield Melckenbeek, Vannitsen én Van Looy in deze volgorde achter zich.

Ik heb die sprint gezien. Nee, niet om er verslag van te doen. Dat was nog toekomstmuziek voor een piepjonge verslaggever als ik, die beroepshalve pas jaren later door zijn baas naar La Grande Boucle werd gestuurd. Ik was gewoon met een stel vrienden naar Herentals getrokken om de sfeer te proeven. Het is alsof ik opnieuw een Belgische wielerfan in een van de stampvolle kroegen tegen ons hoor zeggen: ‘Jongens, dit is toch een ramp, hé?’ De goeie man verborg de ontgoocheling over de sprintnederlaag die Van Looy had geleden niet. Hij gaf wél een rondje. Overigens, in de middaguren sloeg de ‘Rode Garde” van Rik snoeihard terug: winst in de ploegentijdrit.

Met Darrigade in het geel vertrok de karavaan een dag later vanuit Brussel weer richting Frankrijk, waar Van Looy en zijn mannen de beuk er ingooiden, dag na dag. Het peloton kreunde onder het geweld, maar ‘de keizer’ werd niet beloond. Integendeel. Aan de voet van de Pyreneeën, in de elfde etappe Bayonne-Pau, werd hij aangereden door een onvoorzichtige volger op een motor. Krimpend van pijn moest hij de strijd staken. Ploegmakker Jef Planckaert probeerde vervolgens nog zijn kopman genoegdoening te verschaffen door een paar dagen later de gele trui van Tom Simpson over te nemen. Uiteindelijk maakte Anquetil echter in de tijdrit naar Lyon aan alle eventuele Belgische illusies een einde. Planckaert (tweede) en Poulidor flankeerden de Normandiër in Parijs op het podium. Vierde werd Gilbert Desmet, vijfde Geldermans, zesde Simpson, zevende Massignan, achtste Baldini, negende Gaul, tiende Pauwels.

Van Looy keerde nog zes keer terug in de Tour. Hij behaalde er negen etappezeges en één keer de eindwinst in het puntenklassement. Elders sloeg hij overigens ook nog vaak toe, zowel in het klassieke genre als ander werk. Maar geheel onverwacht, hij reed toen bij Willem II-Gazelle, hield hij het voor gezien. Toen hij na het criterium van Valkenswaard op 22 augustus 1970 thuiskwam zei hij tegen vrouwlief Nini: ‘Ik stop.’ Rik was bijna 37 jaar. Een afscheidstournee heeft hij nooit gemaakt. Van Looy hield niet van bombarie. Nog steeds niet.

4.5 2 votes
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
0 Reacties
oudste
nieuwste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments