Actief in wielerjournalistiek vanaf 1959
Was werkzaam voor o.a. Limburgs Dagblad en GPD
Primo Volpi, winnaar eerste Ronde van Europa. Wie? Wat? We schrijven september 1954. Jean Leulliot, een Fransman die als wielerjournalist nog voldoende energie overhield om ook wedstrijden te organiseren, had deze nieuwe koers van stapel laten lopen. De steun die hij daarbij kreeg was bemoedigend, maar anderzijds toch ook gering in vergelijking met de tegenwerking waarop hij stuitte. En dat had weer te maken met de machtspositie die de Tour de France, lees: sportdagblad L’Équipe, bekleedde. Directeur-hoofdredacteur Jacques Goddet en zijn staf zagen in de wedstrijd van Leulliot een rechtstreekse aanval op hún evenement. Stel dat die Ronde van Europa aansloeg bij het grote publiek. Zou dat dan ook niet commerciële gevolgen hebben? Firma’s die de Tour sponsorden konden wel eens een deel van het budget in de nieuwe ronde steken. Kortom, L’Équipe sleep de messen en ging in de tegenaanval. Maar Leulliot wenste niet te bukken.
In ieder geval, op 21 september ’54 werd de Ronde van Europa voor profs en onafhankelijken op gang geschoten. Dat gebeurde op de Place de la Concorde, hartje Parijs. Leuk voor een première, maar qua bezetting was het toch minder sprankelend. Het peloton (77 man, elf ploegen) telde weinig of geen echte toppers. Die hadden na een slopend seizoen geen zin meer in een koers van bijna twee weken. Geloof daarentegen óók dat de invloed van monsieur Goddet een rol speelde. Velen wilden (of durfden) de grote baas niet voor het hoofd stoten. Jean Robic, de eerste na-oorlogse Tourwinnaar, was zodoende een van de weinigen in het deelnemersveld die echt bekendheid genoot. Fransen en Italianen waren daarin numeriek het sterkst vertegenwoordigd. België gooide onder meer Alex Close, Edgar Sorgeloos en Hilaire Couvreur in de strijd, naast ’emigrant’ Pino Cerami, die toen echter nog een Italiaans paspoort had. Dan waren er nog Zwitsers als Huber en Schellenberg, routiniers uit de Tour. En in het Britse Hercules-team zat de jonge Brian Robinson waarvan men later nog veel zou horen.
Nederland was vertegenwoordigd door …één man, Sjoerd de Vries, zoon van Abe de Vries die in 1933 de Friese Elfstedentocht op de schaats had gewonnen. Een paar jaar na de oorlog was deze Abe met zijn gezin vanuit Friesland naar de omgeving van Parijs verhuisd. Daar had Sjoerd de interesse voor het wielrennen gekregen. Lang duurde zijn aanwezigheid in de Ronde van Europa overigens niet. In de derde rit, Namen-Luxemburg, gaf hij er de brui aan. Naderhand zou hij toch nog mooie seizoenen meemaken, o.a. met etappewinst in de Ronde van Nederland ’55.
Een paar dagen na de start kreeg de Ronde van Europa te maken met een tragisch voorval. De Zwitser Roland Jacquet botste in de zesde etappe op een auto waarvan de bestuurder niet tijdig was gestopt. Jacquet (23) overleed een paar uur later in het ziekenhuis van Augsburg. De strijd om de overwinning ging intussen gewoon door. Hilaire Couvreur sloeg lange tijd de aanvallen van (vooral) de Italianen op zijn leidende positie af. Tenslotte moest de West-Vlaming toch zijn meerdere erkennen in Primo Volpi, een 38-jarige Toscaan die meerdere keren aan de Tour en Giro had deelgenomen. Van de dertig renners die na dertien etappes (zonder rustdag) de finish in Straatsburg bereikten bezette de Italiaan Luciano Pezzi achter Volpi en Couvreur de derde plaats.
En organisator Leulliot? Die vond het welletjes. Een tweede editie kon hem gestolen worden. Hij besteedde zijn aandacht veel liever aan Parijs-Nice en andere koersen waarin hij een rol speelde. Tóch kwam er weer een Ronde van Europa op de kalender, met één jaar onderbreking en een organisatiecomité uit diverse landen. Als startplaats fungeerde Zagreb in het toenmalige Joegoslavië, de finish zou in Charleroi zijn. Voor profs was overigens geen plek op de deelnemerslijst, wél voor onafhankelijken, de klasse tussen amateurs en beroepsrenners.. De Nederlandse afvaardiging (nu 7 man) had Klaas Buchly als ploegleider, de Hagenaar die in dat jaar ook al met jonge profs en semiprofs naar een paar Franse rittenkoersen was getrokken: Vierdaagse van Duinkerken, Ronde van de Elzas, Dauphiné Libéré, dát werk. Van zijn renners die in de Ronde van Europa startten namen Martin Wolfs en Krijn Post overigens al gauw de trein naar huis. Bertus Lute volgde het tweetal, maar Arie van Steenselen, Piet van Est, Leo Steevens en David Janbroers lieten zich niet klein krijgen. Van Est won zelfs de zevende etappe Stuttgart-Straatsburg. En in de eindstand werd Van Steenselen, de krachtpatser uit Mijnsherenland, een goede tiende, met de meeste ploegmakkers dicht in de buurt.
De planning van de organisatoren om in Charleroi te eindigen moest overigens gewijzigd worden. Marcinelle, een voorstad van Charleroi, was namelijk getroffen door een verschrikkelijke mijnramp. Uit piëteit voor de honderden slachtoffers en hun nabestaanden werd daarom uitgeweken naar Namen, waar de Roemeen Dumitrescu als ritwinnaar en de 20-jarige Fransman Roger Rivière als eindtriomfator werden gehuldigd. Diens landgenoot Rohrbach bezette de tweede plaats, de Italiaan Ferlenghi de derde, onmiddellijk gevolgd door de Oostenrijker Adolf Christian die een jaar later nog derde in de Tour zou worden.
Voor Roger Rivière was de Ronde van Europa de opstap naar een korte, maar briljante profcarrière. Eerst verbrak de renner uit Saint Etienne tot tweemaal toe het werelduurrecord. Ook werd hij driemaal op een rij wereldkampioen achtervolging. Voorts won hij twee ritten in de Ronde van Spanje en een stuk of vijf in de Tour, die … in 1960 ook het wrede einde van zijn loopbaan betekende. Nog volop in de race om de Italiaan Nencini uit het geel te rijden vloog Rivière tijdens de etappe Millau-Avignon, bij de afdaling van de Col du Perjuret, in een ravijn. In het ziekenhuis werd een dubbele breuk van de wervelkolom vastgesteld. Zijn lichaam was voor driekwart verlamd. De 24-jarige Rivière belandde in een rolstoel. Het runnen van een restaurant, later een garagebedrijf en camping in zijn verdere leven werd geen succes. En uiteindelijk verloor hij de strijd tegen kanker. Op 1 april ’76 stierf hij, 40 jaar oud. Trouwens, de Ronde van Europa – die lang na Rivière nog een paar kleinere versies voor amateurs kreeg – werd vóór de eeuwwisseling eveneens ten grave gedragen. En Jean Leulliot ? Hij overleed in 1982 op 70-jarige leeftijd.