Wielerverslaggever De Telegraaf 1970-1986
Hij reed al weken naamloos rond in het peloton. Parijs – Nice? 59ste en geen enkele top tien klassering. Op de sterrenlijsten kwam hij nergens voor. Jasper Stuyven was gewoon uit beeld. Maar op drie kilometer van de Via Roma was daar plotseling de opflikkering waar hij al sinds zijn overwinning in de Omloop Het Nieuwsblad 2020 op zat te wachten. Alleen vooruit! Alles uit de kast en GAAAAN!
Ook toen Sören Kragh Anderson nog aansloot en net zo begerig bleek naar de overwinning. Jasper hield stand en behaalde de mooiste overwinning uit zijn al fraaie carrière. Dus de brief gaat naar hem.
Beste Jasper,
Het mooie van koersen is dat een periode vol vraagtekens zo maar om kan slaan in een uitroepteken van vreugde. Dat overkwam jou in deze Milaan – San Remo. Eindelijk zat het mee, maar dat gebeurde natuurlijk niet zomaar. Je reed zoals dat in deze klassieker van de Lange Adem moet: gereserveerd, geconcentreerd en sluw. Jasper Stuyven zagen we pas voor het eerst toen elf man de bocht bij het kerkje op de top van Poggio namen. Je zat er bij! Met de mannen die werden verwacht: Julian Alaphilippe, de wereldkampioen, Wout van Aert, Mathieu van der Poel en figuren als Peter Sagan, die hier een belangrijke stap naar zijn topvorm zette, Sören Kragh Andersen, Michael ‘Bling’ Mathews en zelfs Caleb Ewan, de spurter die de Cipressa en de Poggio probleemloos overleefde. Dat zei wel wat over de hardheid van de koers.
De temposlag die zich in de tweede helft van koers ontwikkelde was van hoog niveau. Halfkoers stond de klok op 13 uur 23. Drie uur en dertien minuten later waren jullie aan de streep. Koersgemiddelde in de laatste 149 kilometer: 46,7 kilometer per uur. Alsjeblieft! Het uiteindelijk moyenne eindigde daardoor op 45 km 036 en dat terwijl in de eerste uren een tempo van zo’n 42,5 per uur werd aangehouden.
Omdat het peloton zo ontzettend lang zo groot bleef leek het of er niets gebeurde, maar het racetempo vrat natuurlijk aan de energie. Met acht man voorop en de controle van de teams van Van Aert, Van der Poel en Alaphilippe was het goed toeven in het hart van het peloton. Ik keek met enige bewondering naar Taco van der Hoorn uit het Intermarché-Wanty team. Hij moest lang zoeken naar een ploeg, nadat hij van Jumbo-Visma te horen had gekregen dat men niet langer gebruik wilde maken van zijn diensten. Hij koos er met een handvol Italianen voor zijn dag niet anoniem in het peloton door te brengen, maar even aan te tonen dat Taco van der Hoorn nog steeds op World Tourniveau kan koersen.
Dus hij was er bij toen de ontsnapping van de dag vrijwel onmiddellijk na het startsein om 9 uur 58 vertrok. Liefst 270 kilometer hield hij het vol, maar op de Cipressa was het gebeurd. Zeven minuten na jouw kwam hij als 112de over de streep. Dat wel. Ik zeg: Top Taco!
Hij was nog niet terug gepakt of het geslepen spel om de overwinning begon. Wat ik niet kon volgen was de tactiek van Jumbo-Visma. Timo Roosen vloog vol de Cipressa op. Tot hij niet meer kon. Sam Oomen deed hetzelfde en haakte ook voor de top af. Gevolg: Wout van Aert zat geïsoleerd. Maar goed, dat gebeurde met meerdere mannen van niveau. Ze hielden zich in tot de Poggio.
Ineos-Grenadiers voerde daar het bewind. Met Dylan van Baarle, met Luke Rowe en met Thomas Pidcock, die weer een sterke indruk maakte. Van der Poel viel mij daar al een beetje tegen. Hij zat te ver naar achteren. Dat was niet de stijl van de superieure Mathieu die we een week eerder zagen.
Alaphilippe en Van Aert leken de sterksten. Jij volgde, zoals dat moet in de temposlag die Milaan – San Remo vandaag was. Tot de top en zelfs in de afdaling bleef je gereserveerd rijden. Wout van Aert hield zich niet in, maar kon het verschil niet maken. Met tien man in zijn wiel trok hij over de top en in de afdaling dook Pidcock in het offensief, maar het verschil kon ook hij niet maken.
De klok stond op 16 uur 33. De kopgroep viel heel even stil en daar was jouw moment! Weg was Jasper Stuyven. Met een knallende demarrage. Het gat was gelijk vijftig, zestig meter. Alaphilippe voelde de inspanningen op de Poggio. Pidcock was zijn helpers kwijt. Van Aert vroeg zich in een flits af wat hij moest doen. Van der Poel had ook de beste benen van een week eerder niet. Er lagen nog drieduizend meters voor tussen jouw en de bevrijdende kalkstreep op de Via Roma.
Alles ging er uit. Achter je sprong Sören Kragh Andersen uit de groep. Hij had ook in Parijs – Nice gereden. Toonde vorm in de tijdrit waarin hij vijfde werd, maar kreeg daar ook last van pijntjes in zijn rug. Dus vertrok hij niet meer in de Beaujolais-rit. Alles in focus van Milaan – San Remo. De gok bleek goed. Sören dichtte het gat. Aarzelde niet en nam gelijk over.
Daar was de rode vlag al. Het gat was nog steeds niet veel meer dan zestig meter. Wout van Aert voerde de jagers aan, maar Caleb Ewan zat in zijn wiel. De Australiër was de enige van de pure spurters die de Poggio had overleefd. Wout moest zijn benen stil houden om de Lotto-spurter niet aan een volledig gelanceerde sprint te helpen.
Nog vijfhonderd meter te gaan. Je keek nog één keer om. Haalde diep adem en gooide de laatste reserves in de strijd. Aangedreven door de wetenschap dat dit een kans was die misschien nooit meer zou komen. Kragh Anderson gaf ook nog één keer het volle pond. Op 250 meter zette Mathieu van der Poel aan. Ewan en Van Aert reageerden gelijk. Sagan ook, maar ze waren te laat. Kragh Anderson zat op zijn knieën. Hij hield zijn lege benen stil en werd negende. Jij had nog een paar stevige stoten in jouw kuiten. Dat was genoeg. Op de streep had je niet meer dan een volle lengte, maar het was genoeg.
Jasper Stuyven schreef zijn naam voor altijd op de legendarische erelijst van Milaan – San Remo. Als 113de winnaar. Er viel niets op af te dingen. Al reed je maar drie minuten in beeld, Jasper.. Je was de enige die in deze helse jacht een gat kon slaan. En dat met een tempo van 60 kilometer per uur (!) drie minuten kon vol houden. De bloemen waren meer dan verdiend.