Zo vader, zo zoon in Vlaanderen

Tweehonderd langdradige kilometers lang duurde de lethargie van het peloton. Toen gooide wereldkampioen Julian Alaphilippe de knuppel in het hoenderhok. De beer was los en binnen no-time reed het elite-trio Alaphilippe, Mathieu van der Poel, Wout van Aert voorop. Dit was de finale, waarop elke wielerfan zijn zinnen had gezet. Het werd een temposlag van de drie contra de elitegroep in de achtergrond. Drama was er ook: Alaphilippe sloeg ongelukkig tegen de grond toen hij op een jury-motor botste. Het koningskoppel Van der Poel – Van Aert stormde in zeldzame saamhorigheid naar de streep in Oudenaerde. De Nederlandse kampioen haalde het in een bloedstollende sprint met een paar centimeter verschil. Dus de brief gaat naar hem.

De finishfoto wijst duidelijk in het voordeel van Mathieu van der Poel voor Wout van Aert.

Beste Mathieu,

Vierendertig jaar geleden stond ik aan de streep in Ninove. De nekken gestrekt om maar niks van het schouwspel te missen. Vier man stormden op de streep af. De uitslag stond eigenlijk al vast: 1. Sean Kelly, de vrijwel onklopbare Ier als het op spurten aankwam. Maar ja, Adri van der Poel was er ook nog. Rap, zeker na 260 kilometerkoers. En dat bleek. Hij deed wat niemand had verwacht: hij vloerde Kelly en won de Ronde van Vlaanderen 1986.

En nu stond daar in Oudenaarde dus een jongeman op het hoogste treetje van het schavot waarvan we wisten dat hij hetzelfde als zijn vader kon: de Ronde van Vlaanderen winnen. Maar zeker was die overwinning lang niet toen je 35 kilometer van de streep voorop kwam met die andere topfavoriet: Wout van Aert. Eerst maar even die spurt!

Nog vier kilometer te gaan. Brede weg, 46 seconden voorsprong. Alberto Bettiol, winnaar van vorig jaar, probeerde vergeefs een tegenaanval. Het gaf aan dat het snel ging bij de elitegroep waarin hij reed, al zag dat er niet zo uit. Twee kilometer voor Oudenaerde. Toestand ongewijzigd. De marge was nog steeds 47 seconden. De twee beste eendagscoureurs wiel-aan-wiel. Jullie aarzelden niet om over te nemen van elkaar.

Van Aert, met zijn enigszins gebogen rug, roerloos op zijn kader. De handen op de handgrepen van de remmen. Een fluwelen pedaalslag. Een tandje zwaarder dan jij reed. Slechts een lichte wenk met de elleboog gaf aan wanneer je werd verzocht over te nemen. Zelf zat je even roerloos op jouw fiets. Alleen de benen bewogen. Coupe-de-pedale als vanouds. Fraai. Slechts enkele keren kwam je even van het zadel om de benen te strekken. Handen ook op de remgrepen. Net als Wout. Het was een schitterend beeld van twee topatleten op het maximum van hun vermogen. Wout in zijn geel-zwarte Jumbo-Visma tricot. Jij in het rood-wit-blauw van de Nederlandse kampioen. In hagelwitte broek, op een wit zadel en een wit Canyon-kader. Gesoigneerd tot in de perfectie.

Daar hing het rode vod. Nog een kilometer te gaan. Jij reed op kop. Van Aert vast in het wiel. Daar begon het zenuwslopende voorspel van de spurt. Wout nam niet meer over. Positie twee is immers altijd de meest ideale. Jij reed rechts langs het hek. Het tempo stokte. De groep van Bettiol naderde snel. Je kon ze zien, want je keek voortdurend achterom. Nog vijfhonderd meter te gaan. Situatie ongewijzigd.

Julian Alaphilippe rijdt tegen een motard aan en gaat hard onderuit, terwijl Wout van Aert en Mathieu van der Poel door rijden.

Tweehonderd meter. Nog steeds geen sprint, maar dan – slechts honderdvijftig meter van die vermaledijde witte streep – was er jouw aanzet. Je lag gelijk op volle snelheid. Dit waren de beslissende seconden van deze zenuwslopende finale. Wout van Aert was een fractie te laat. Hij kwam snel tot jouw bracket. Hij vocht wanhopig door tot op de streep, naderde tot op centimeters maar je smeet jouw wiel net iets eerder over de meet. Wat een overwinning!

Mooier kan niet: winnen in een rechtstreekse confrontatie met jouw grootste concurrent zonder dat iemand er invloed op kon uitoefenen. Ik begreep de ontlading na de finish. Het ongeloof over weer een ongehoorde prestatie. Jouw ontroering was mooi om te zien. Het gaf aan wat je een week eerder al had laten weten: ‘Ik rij altijd om te winnen!’ Zo was het deze dag ook. Alles deed je goed in deze Ronde. Het was een lust voor het oog, maar wat duurde het lang voor de race echt op gang kwam.

De monotonie werd niet doorbroken door vroege acties van de ploegen van de toppers. Iedereen hield zich in reserve. Zes man met Danny van Poppel reden acht minuten weg om daarna langzaam maar zeker ten onder te gaan in het strakke tempo van de groep.

Bijna vijf uur lang moesten de kijkers het doen met schamele opwinding. Wout van Aert tuimelde in een greppel. Het leek onschuldig, maar liet ongetwijfeld toch schade achter. Michal Kwiatkowski reed lek. Gregor Mühlberger tuimelde omver toen hij een etenszak weg gooide die aan zijn stuur bleef haken. Sep Vanmarcke ging onderuit en moest van fiets wisselen. Een heel triest moment zagen we op de Berendries: Mark Cavendish werd gelost, terwijl het peloton uit nog zo’n 140 man bestond. Wat een treurig moment! Zo’n klasbak. Zo’n zeldzame winnaar. Jammer, jammer dat hij dit moest beleven. Na zijn laatste zware valpartij en de ziekte van Pfeiffer is hij nooit meer op zijn oude niveau gekomen. De afgelopen week bleek nog eens dat hij een enorme liefhebber van de sport is. Hij wil niet afstappen, maar als je dit vandaag zag is dat toch echt het beste voor hem.

Wout van Aerjt en Mathieu van der Poel op weg naar Oudenaarde

Vooraan begon Alaphilippe zich te roeren. Hij reageerde op een aanval van Anthony Turgis, sprong naar hem toe en alarmfase één in het peloton was begonnen. Jij reageerde gelijk. Oliver Naesen was ook mee, maar er kwamen mannen terug. De benen werden stil gehouden. Daar was de Paterberg. Als een koorddanser denderde de wereldkampioen door de centimetersbrede goot, zodat hij geen last had van de bonkige kasseien. En weer zat Van der Poel waar hij zitten moest: in het wiel. Van Aert kwam er aan. Jasper Stuyven ook. Tiesj Benoot probeerde alleen naar voren te komen. Het ging hard tegen hard. Vraag dat maar aan Mads Pedersen en Kwiatkowski die op veertig kilometer van de streep moesten lossen.

Daar was het ruige pad naar de top van de Taaienberg. Nog 37 kilometer te gaan. Met Alaphilippe viel je aan. Een ook hier moest Van Aert in de reactie. Hij was weer net te laat toen jullie gingen, maar zijn sprong naar voren was van grote klasse. Hij reed sterk, maar toch zat hij op de beslissende momenten telkens net achter de feiten aan. Dat maakte uiteindelijk het verschil in deze race. Bettiol was erg actief in de tegenaanval, maar hij had een enorm blok van Quick Step aan zijn wiel. Met Valentin Madouas hielden Kasper Asgreen en Yves Lampaert hem in toom, waarna de Deen nog alleen probeerde hij jullie te komen.

Dat was een beetje te veel gevraagd, want hoe stop je in hemelsnaam zo’n TGV? Daar kwam bovendien de onfortuinlijke val van Alaphilippe nog boven op. Hij brak twee middenhandsbeentjes en weg was gelijk de overmacht van zijn gedemoraliseerde ploegmaten. Ik vroeg me af wat die motor daar in hemelsnaam deed. Goed, de weg was breed genoeg, maar de bewegingen van een kopgroep zijn onvoorspelbaar en de finale was in volle gang, terwijl het beslissende gat nog niet geslagen was. Dan horen daar geen motoren te rijden.

Het eerste monument heeft Mathieu van der Poel op zijn naam geschreven.
FOTO: RAYMOND KERCKHOFFS

Zo werd het dus een gevecht van man tegen man. Het was fraai om te zien dat jij en Wout onmiddellijk besloten die knokpartij op het allerhoogste niveau aan te gaan. Je haalde hier de overwinning waar je sinds begin augustus achter aan zat. De explosie van vreugde toen je hoorde dat je als eerste over de meet was gereden, gaf aan hoe belangrijk dit voor jou was. En Van Aert? Die baalde natuurlijk. Maar hij reageerde ook als een groot kampioen: ‘Mathieu was vandaag net iets beter.’

Een simpel zinnetje, waarmee hij zijn vijf uur en 43 minuten durende koers in slechts zes woorden precies goed samenvatte. Op de beslissende plekken net even te laat. Sterk in het verweer en het repareren van de gaten. En dan die aarzeling in de sprint. Een fractie was het maar, maar weer was jij net even eerder. Dat gaf de doorslag. Het was een genoegen om naar te kijken.

4.8 10 votes
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments