Actief in wielerjournalistiek vanaf 1959
Was werkzaam voor o.a. Limburgs Dagblad en GPD
’We hebben alleen nog onze ogen om te schreien.’ Karel van Wijnendaele, de stichter van de Ronde van Vlaanderen, schreef deze woorden in Het Nieuwsblad-Sportwereld van 2 april 1951. Het was de dag nadat het Belgische rennersleger in ’zijn’ klassieker een verpletterende nederlaag had geleden. Fiorenzo Magni, de 30-jarige Italiaan, was niet alleen voor de derde achtereenvolgende keer winnaar van ’Vlaanderens Mooiste’ geworden, hij had dat ook nog eens met veel machtsvertoon gedaan.
Aan de finish in Wetteren, na 270 kilometers in regen, sneeuw en hagel, bedroeg zijn voorsprong op de als tweede geëindigde Fransman Bernard Gauthier vijf-en-een-halve (!) minuut en bijna het dubbele op Attilio Redolfi, een ex-Italiaan die de Franse nationaliteit had aangenomen. Eerste Belg? Rik van Steenbergen, zesde op meer dan twaalf minuten. Geen wonder dat Karel van Wijnendaele zijn pen in tranen doopte. Fiorenzo Magni ging sindsdien als de ’Leeuw van Vlaanderen’ door het leven, hoewel hij in eigen land toch vooral in de schaduw bleef staan van Fausto Coppi en Gino Bartali.
Twee jaar vóór zijn Vlaamse triomf in 1951 was Magni voor het eerst vanuit Toscane naar het strijdtoneel in België afgezakt. Nee, niet zoals naderhand gebruikelijk werd, met een stel ploegmakkers en uitgebreide staf begeleiders. Evenmin per vliegtuig, welnee, per trein, heel gewoon destijds. Na mislukte uitlooppogingen van onder meer de Zwitser Ferdi Kübler en de Amsterdammer Harm Smits telde het peloton (aanvankelijk 221 renners !) nog altijd een dikke honderd man toen de heuvelzone bereikt werd. En het was dáár dat 18 sterken – vooral Vlamingen – zich aan de leiding nestelden. Magni behoorde óók tot die elitegroep. Hij troefde iedereen in de sprint genadeloos af. Daarmee werd hij tevens (na de Zwitser Heiri Suter, 1923) de tweede niet-Belg op de erelijst.
Een jaar later liet hij het niet op een sprint aankomen. Na de beklimming van de Oude Kwaremont konden alleen de Breton Mahé en ’onze’ Wim van Est hem volgen bij zijn aanval. Mahé moest met een lekke band afhaken en ’IJzeren Willem’ uit Sint Willebrord maakte in de tramrails van Zottegem een schuiver. Magni wachtte niet. Hij vloog over de Muur van Geraardsbergen, sloeg een tegenaanval van Briek Schotte af en snelde uiteindelijk met dik twee minuten voorsprong op de oer-Vlaming over de streep.
Toen hij één jaar later – onder een dikke laag modder – als solist door een van de gehuchten in het Vlaamse binnenland stormde, onderweg naar zijn derde victorie, keek een man aan zijn voordeur met bewonderende blikken naar de menselijke machine die voorbij raasde. ’Weer die kletskop van vorig jaar,’ riep hij naar zijn buurtgenoten.
Fiorenzo Magni werd niet alleen driemaal winnaar van de Vlaamse topkoers en het nationaal kampioenschap. Hij schreef ook drie keer de Ronde van Italië (1948, ’51, ’55) op zijn naam, inclusief een zestal etappes. In de Ronde van Spanje pakte hij bij zijn enige deelname (’56) drie dagprijzen en in de Tour de France – waarin hij vijf keer startte – won hij zeven ritten. Wat hij aan pure klimkwaliteiten te kort kwam maakte hij goed door tomeloze aanvalslust en fabelachtige afdalingen. Niemand die hem daarin kon volgen. Wim van Est probeerde dat als geletruidrager heel even in de etappe Dax-Tarbes tijdens de Tour van ’51. Het resultaat is bekend. ’Wimme’ duikelde het ravijn van de Aubisque in, waaruit hij overigens heelhuids tevoorschijn kwam, om daarna nog heel veel successen te behalen.
Bijna won Magni ook de Tour de France. Het was in 1950 toen hij na een zware Pyreneeënetappe de gele trui kon aantrekken. Maar Bartali en diens vazallen hadden zich onderweg bedreigd gevoeld door Franse supporters en besloten uit protest de koers te verlaten. De Italiaanse wielerbond steunde Bartali en eiste dat de hele ploeg solidair zou zijn. Ook Magni moest dus mee naar huis, met tranen in de ogen. Ferdi Kübler zou in Parijs als triomfator gehuldigd worden.
Op het einde van zijn loopbaan, waarin hij weliswaar geen Milaan-Sanremo en Ronde van Lombardije had kunnen winnen, maar wel alle andere Italiaanse koersen van formaat, zorgde Magni overigens voor een waren revolutie in wielerland. Hij was de eerste die naast een rijwielmerk – waarvoor de renners toentertijd uitkwamen – met een ploegsponsor op de proppen kwam uit een heel andere branche. Het schoonheidsmerk Nivea had de primeur. Tientallen bedrijven uit andere sectoren, ook in ons land, zouden volgen. Denk maar aan TeleVizier, Caballero, Willem II, Kwantum, Buckler, Panasonic, Rabobank, Jumbo, Sunweb, enzovoort.
Een vooruitziende blik en zakelijke kijk kon men Magni trouwens nooit ontzeggen. Eenmaal gestopt met wielrennen (een van zijn laatste wedstrijden was de Ronde van Nederland 1956) werd hij in Monza o.a. eigenaar van een groot garage- en verzekeringsbedrijf. In de loop van de jaren negentig toen ik voor de krant naar de Ronde van Lombardije ging (met start en finish in genoemde stad) heb ik nog een reportage over zijn wielerloopbaan gemaakt. Hij was (in een mengelmoes van Frans en Engels) een vlotte verteller, óók over een paar WK’s waarin hij naast de hoofdprijs had gegrepen. Dat gebeurde voor het eerst in Reims waar hij in ’47 vierde werd, daarna in Varese ’51, waar Kübler hem in de sprint van het goud afhield. Wéér een jaar later, in Luxemburg – jawel, ik was daar als scholier getuige van – kreeg hij in de massasprint te maken met zadelbreuk. Resultaat? Vierde stek. De Duitser Heinz Müller won.
Waar Magni nooit over wilde praten was de rol die hij als jonge vent tijdens de oorlog had gespeeld. Als aanhanger van het fascistische regime onder Mussolini zou hij in zijn vaderland zelfs strafbare feiten hebben gepleegd. Een onderzoek ernaar leverde na de bevrijding echter geen bewijs op. Ofschoon hij door de successen als wielrenner een grote populariteit verwierf bleef menigeen hem dat oorlogsverleden nadragen.
Nadat Fausto Coppi en Gino Bartali hem in de koers naar de eeuwigheid al voorgegaan waren stierf Fiorenzo Magni op 19 oktober 2012 in Monticello Brianza, niet ver van Lecco. De Italiaanse ’Leeuw van Vlaanderen’ werd 91 jaar.