‘Red de Ronde, blijf thuis’

’Red de Ronde, blijf thuis.’ Deze oproep deed gouverneur Carina van Cauter tijdens een persconferentie in Oudenaarde, waar ’Vlaanderens Mooiste’ – die zondag op het programma staat – het onderwerp was. ’Beleef de koers voor het scherm of op de radio,’ voegde zij er nog aan toe, wijzend op de veiligheidsmaatregelen in dit corona-tijdperk.

Toen ik in een Belgische krant het verslag van de persconferentie las flitste plotseling iets heel anders door mijn hoofd. Carina van Cauter? Familie misschien van Emiel van Cauter, de renner die in de jaren vijftig wereldkampioen bij de amateurs en Belgisch kampioen bij de profs werd? En jawel, dat bleek zo te zijn. De Oost-Vlaamse gouverneur is een dochter van die vroegere renner die helaas al heel lang niet meer onder ons is.

Emiel van Cauter uit Meusegem-Wolvertem, een dorp in Vlaams Brabant, was al heel jong een overwinningenfabrikant bij de amateurs. Nee, niet alleen in rondjes om de kerk waarvan sommige mensen al vaak denken dat zij tot een succesvolle carrière leiden. Van Cauter, wiens ouders een uitvaartonderneming runden, toonde zich ook de sterkste in wedstrijden als Brussel-Opwijk en Gent-Ieper. Die laatste wordt ook wel de ’Kattekoers’ genoemd vanwege een folkloristische gebeurtenis in de aankomstplaats.

Tien, twintig zegepralen per jaar als amateur, inclusief etappewinst in de Ronde van België en Luxemburgse Omloop der Twaalf Kantons, waren voor ’Mieleke’ van Cauter heel gewoon. Allicht dat hij in ’53 naar het WK in Lugano werd afgevaardigd. Hij eindigde in Zwitserland als achtste, pal vóór Piet van den Brekel uit Echt. De titel ging naar de Italiaan Riccardo Filippi, één dag voordat diens landgenoot Fausto Coppi bij de profs het hele veld aan flarden reed.

Het gloriejaar voor Van Cauter als amateur zou 1954 worden. Hij begon het seizoen met een tweede plaats in de Ronde van …. Egypte, die gewonnen werd door zijn landgenoot René van Meenen, inderdaad, dezelfde renner die jaren later de Omloop Het Volk (de huidige Omloop Het Nieuwsblad) naar zich toetrok. Van Cauter kreeg daarna van de Belgische wielerbond zelfs toestemming om in sommige wedstrijden bij de onafhankelijken te starten, zonder zijn amateurstatus te hoeven opgeven. Het bracht hem in topvorm naar de wereldkampioenschappen van dat jaar, in Solingen, waar hij na een weergaloze solo de hoofdprijs pakte.

Hans Andresen, een Deen, hield Martin van der Borgh (Koningsbosch) dik twee minuten later van het zilver af. Weer een minuut na dit duo volgden de voorbodes van het peloton dat op de lastige Klingenring, in storm en regen, compleet uiteengeslagen was. Van Nederlandse zijde was daarin alleen nog Maastrichtenaar Flor van der Weijden (negende) te bespeuren.

Emiel van Cauter

Van Cauter trok in de herfst van het jaar ook nog naar de Ronde van Mexico. Hij won er met zijn teamgenoten – waaronder de latere Tourrenner en winnaar van de Waalse Pijl, Jos Hoevenaers – op de eerste dag de ploegentijdrit. En hij was twee weken later ook nog fit genoeg om een persoonlijk succes te boeken, de ritzege in de slotetappe van Cuernavaca naar Mexico-stad. Ongeveer tegelijkertijd vierde hij in het land van de sombrero’s zijn drieëntwintigste verjaardag. Kortom, hij was klaar voor een profbestaan.

Plankenkoorts had hij trouwens niet. Dat werd in ’55 al gauw duidelijk. Het nationaal kampioenschap in Marche (269 km) was daarvan een bewijs. Germain de Rijcke moest als nummer twee enkele tientallen seconden op zijn jonge landgenoot prijsgeven. Stan Ockers, Rik van Steenbergen en de opkomende Rik van Looy konden daar niet eens bij in de buurt komen. Bovendien, Van Cauter werd ook nog vierde in zowel Luik-Bastenaken-Luik als Parijs-Tours.

Wat ik mij uit datzelfde jaar óók nog herinner? Als scholier van een jaar of zestien (nog dromend van een job als sportjournalist) zag ik de Belgische renner twee keer rijden in Limburgse koersen, eerst op de Sint Pietersberg in Maastricht, een paar maanden later op het Schandelerboord in Heerlen. Nee, ik was niet specifiek voor hem naar die wedstrijden gaan kijken, maar zijn naam naast die van een stel andere kopstukken had daar wél toe bijgedragen.

Tussen haakjes, op de Sint Pietersberg toonde Gerrit Voorting zich na ruim 35 (!) beklimmingen de sterkste. Hij verwees de streekrenners Kees Boelhouwers, Flor van der Weijden, Piet Haan en Henk Steevens in deze volgorde naar de plaatsen twee tot en met vijf. Van Cauter werd negende.

Het criterium In Heerlen draaide na 120 vlakke kilometers uit op een sprint tussen zes koplopers. Gijs Pauw uit Utrecht hield daarin zowel Fred de Bruyne als Miel van Cauter (derde) achter zich, maar ook Wim van Est, de Duitser Hans Junkermann en de Vlaamse Nederlander Jos Hinsen. Het peloton onder leiding van Toon van Oers volgde een halve minuut later.

Na zijn eerste profseizoen zou Van Cauter overigens niet meer stijgen op de wielerladder. Integendeel. Hij pakte weliswaar nog eens overwinning of ereplaats mee en hij reed in ’57 ook de Ronde van Spanje uit, de enige grote ronde waaraan hij deelnam, maar langzaam verdween hij toch in de anonimiteit. Echter, bij de pakken neerzitten was niet aan Miel van Cauter besteed. Onmiddellijk nadat hij met koersen gestopt was koos hij een ander beroep. Hij werd zakenman, onder meer in gokautomaten en andere apparatuur uit dit genre. Beginjaren zeventig bracht hij bovendien in samenwerking met Magniflex en De Gribaldy een profploeg op de been. Georges Pintens en Rik van Linden waren daarin de blikvangers.

Het leven lachte Van Cauter toe, maar een zakenreis naar Thailand, eind oktober 1975, kende een fatale afloop. Hij stierf in Bangkok onder mysterieuze omstandigheden. Zijn laatste rustplaats vond hij tenslotte in het Vlaams-Brabantse Meuzegem, op een steenworp afstand van zijn geboortehuis. Emiel van Cauter, de oud-wereldkampioen der amateurs en eenmalig Belgisch profkampioen, werd net geen 44 jaar.

5 1 vote
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments