Een bliksemschicht in Berlijn

Okay, het wielerseizoen in onze contreien beleefde zijn aftrap in Vlaanderen met de Omloop Het Nieuwsblad. Fraai gewonnen door Jasper Stuyven, maar mijn voorkeur voor de eerste brief van dit nieuwe seizoen gaat uit naar Sam Ligtlee. Twee-en-twintig jaar pas. Vrijdagavond om klokslag 18.25 uur ging hij van start in het Sportpalast van Berlijn en een minuut later was hij wereldkampioen.

Beste Sam,

Vier jaar geleden schreef ik een brief aan jouw zuster. Elis kwam, zag en overwon op de Olympisch keirin. Twee-en-twintig jaar oud pas. Wat een spurt!, schreef ik toen. Niemand had haar verwacht, maar ze flikte het. Jij was pas achttien jaar en had ook al voor de racefiets gekozen. En nu, vier jaar later, schrijf ik jou en ik schrijf weer: ‘Wat een spurt!’ De vergelijking met jou zus is opmerkelijk. Je bent net als Elis bij haar grootste sportieve succes, twee-en-twintig jaar. Je sloeg net als Elis toe op een moment dat niemand het had verwacht. Hoe stond je daar eigenlijk aan de start nadat je in de kwalificatie al onder de minuut gedoken was en de tweede tijd had neer gezet? De spanning droop er natuurlijk van af. ‘Nu of nooit’, moet je gedacht hebben. Maar ja, zo’n kilometer is ook een beetje een loterij. Er mag absoluut niets tegen zitten. Eén stuurfoutje en je bent gezien.

De regenboogtrui is binnen.

Ik vind het met de sprint één van de mooiste onderdelen van het baanprogramma. Het is doodzonde dat deze discipline van het olympisch programma werd geschrapt. Zo’n kilometer is een zucht van de ziedende zee: full speed en alle power die in je zit moet je overbrengen op de pedalen. Een coureur, die op deze afstand van start gaat, moet enorme kracht kunnen omzetten in vijf sprints van 200 meter. Vijf!! Terwijl de meeste sprinters maar tweehonderd meter voluit kunnen gaan.

Vrijdagavond is nogal een rottige avond voor een verslaggever, want dan sluiten alle kranten vroeg. Er is nauwelijks tijd om een fatsoenlijk verslag te schrijven. Die vond ik dan ook niet in de bladen. Er was niemand die met een gedegen analyse kwam van de mooiste kilometer uit jouw carrière. Daarom heb ik zelf de rekenmachine er maar bij gepakt.

Seconden zeggen mij niets. Waar het om gaat is de snelheid. Duizend meter rijden binnen een minuut betekent immers dat je sneller dan 60 kilometer per uur rijdt. Zestig kilometer! Acht bochten en er niet uitvliegen. Zelfs nauwelijks boven de rode lijn komen. Jij deed het wel bij op het de rechte einden, waardoor je telkens voluit de bochten kon rijden. En voluit betekende uiteraard een tempo van ver boven de zestig per uur om de relatief ‘trage’ 125 meters na de start te compenseren.

Broer en zus. Sam en Elis Ligtlee. De twee schrijven Nederlandse wielergeschiedenis. FOTO: ELIS LIGTLEE

Het was een demonstratie van beheersing, van kracht, van snelheid. Het was een prachtrace. Met vier machtige pedaalstoten zat je in de eerste bocht. Na 125 meter zat je precies 11,517 seconden in het zadel. De handen nog aan het stuur omdat je zo al je kracht over kon brengen op de pedalen. Pas na 250 meter legde jij jouw armen op de steunen. Het tempo in die eerste 125 meters was 39 kilometer en 60 meter per uur. De volgende 125 meter schroefde je dat op naar 64 kilometer 764 meter, waardoor jouw algemeen gemiddelde al naar 48 kilometer en 744 meter per uur klom. Als een bliksemschicht schoot je stijlvol door de bochten. De derde 125 meter gingen in 6,551 seconden. De vierde in 6,493 seconden. Tussen de 375 meter en het 500 meter punt haalde je de hoogste snelheid: 69 kilometer en 300 meter per uur! Geen wonder dat het daarna terug liep. Je vindt het allemaal terug in bijgaand staatje. De
laatste 125 meter waren het traagst. Als je tenminste van traag mag spreken, want ze vergden nog steeds niet meer dan 7,448 seconden of 60 kilometer en 408 meter per uur. Na precies 59,495 seconden stoof je door het duizend meter punt: 0,95 seconden sneller dan in de kwalificatie. Tempo: 60 kilometer en 480 meter per uur.

Als enige verbeterde jij jouw tijd. Lafargue, de onverslaanbare Fransman, was geklopt. De nieuwe man was Sam Ligtlee. Wat een opluchting moet dat zijn geweest.

Jaren training. Talloze wedstrijden en steeds maar weer botsen op mannen als Jeffry Hoogland, Harry Lavreysen, op Büchli, op Van den Berg en op Theo Bos. Frusterend, maar je gaf niet af. Vrijdag was jouw dag! Zoals vier jaar geleden jouw zus zo mooi op dat podium in Rio stond. Zo mooi stond jij daar in jouw regenboogtrui in het Sportpalast in Berlijn. Het was je gegund. Ik feliciteer je en ik weet zeker dat dit de opstap naar meer wordt. Want nu weet je dat er meer in zit dan vierde plaatsen en af en toe een bronzen medaille. De kop is er af. Ik ben benieuwd wat er nog gaat volgen.

0 0 votes
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
2 Reacties
oudste
nieuwste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments
Sooi
Sooi
02-03-2020 13:17

Goed stuk ! Goede analyse. met veel respect voor de coureur.

Sooi
Sooi
02-03-2020 13:18

Goed stuk. Goeie analyse met veel respect voor de coureur!